kop-dinxperlo.gif (4290 bytes) Oorlogservaringen (Nog een keer Vught)
balletje.gif (644 bytes) Synagoge balletje.gif (644 bytes) Alltag balletje.gif (644 bytes) Isaac Menist balletje.gif (644 bytes) Familie Prins
balletje.gif (644 bytes) Bürgermeister Verbeek balletje.gif (644 bytes) Vernichtung balletje.gif (644 bytes) Denkmal balletje.gif (1043 bytes) Startseite

 

Nog een keer Vught

Eigenlijk had ik kamp Vught nooit weer willen bezoeken. De herinneringen aan mijn eerste concentratiekamp waren bitter en ik had geprobeerd ze zoveel mogelijk aan de kant te schuiven. Uiteindelijk besloot ik het Nationaal Monument Kamp Vught toch te bezoeken, toen ik in 2003 in Nederland met vakantie was. Een van de redenen hiervoor was een e-mail van filmproducent Joost Seelen in het voorjaar van 2002. Hij had op het internet mijn artikel ‘Een dag in Vught’ gelezenen schreef me, dat hij bezig was met een documentaire over Vught. Hij vroeg me of ik voor een interview over mijn ervaringen in het kamp naar Nederland zou kunnen komen. Ik schreef hem terug dat ik mijn vakantie in Westduin bij Vlissingen in het zuiden van Nederland zou doorbrengen en dat ik het prettig zou vinden hem te ontmoeten. Het interview zou worden opgenomen in Breda, ongeveer een uur met de auto van Westduin. Ik werd samen met mijn vrouw Yael met de auto opgehaald. Het interview werd afgenomen door Eric Duivenvoorden en het verliep naar mijn indruk goed. Ik had van te voren gezegd dat mijn Nederlands niet zo goed was en dat ik het gesprek liever in het Engels voerde. Men stemde hiermee in. Het interview zou op 5 mei 2003 op de Nederlandse televisie te zien zijn.

Enkele maanden voor de uitzenddatum deelde Joost Seelen mij mee dat men had besloten het interview met mij niet uit te zenden, omdat het de herinneringen van een kind betrof. Ik was hierover nogal verbaasd, omdat men aanvankelijk mijn interview juist zo graag in de documentaire wilde opnemen.

Door het gebeuren rond de documentaire, voelde ik me gedwongen Vught te bezoeken om te proberen te begrijpen wat er met mij en de andere kinderen was gebeurd in die verschrikkelijke weken die ik in het voorjaar van 1943 in Vught had doorgebracht. Mijn vrouw en ik zijn in (de zomer van) 2002 in Vught geweest, maar het centrum was toen vanwege renovatie gesloten. Het werd in oktober 2002 heropend met een volledig vernieuwd museum.

Ik was erg onder de indruk van het museum. Er is veel documentatiemateriaal over de gebeurtenissen tussen januari 1943 toen het kamp in gebruik werd genomen en september 1944 toen het werd ontruimd vanwege het oprukken van de geallieerden. 

Vught was het enige SS-kamp in Nederland en het enige concentratiekamp van de SS buiten nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het werd direct door het SS-hoofdkwartier in Oranienburg (Duitsland) gecontroleerd. Gedurende de tijd dat het kamp in gebruik was, waren er in totaal ongeveer 31.000 gevangenen. Sommigen voor korte tijd, anderen voor langere tijd. Onder hen waren meer dan 12.000 Joden, die op een later tijdstip naar de dodenkampen of andere concentratiekampen zijn gestuurd. Maar weinigen overleefden. 

Eind april 1943 waren er ongeveer 1800 kinderen in de leeftijd van 0 tot 16 jaar in kamp Vught. De omstandigheden waren zo hard, dat veel kinderen ziek werden en stierven. Geruchten daarover drongen naar buiten. De SS-leiding besloot dat alle kinderen moesten verdwijnen. Op 6 en 7 juni 1943 werden de twee beruchte kindertransporten samengesteld, waarbij de 1269 kinderen die nog in Vught waren, naar Westerbork werden gestuurd, samen met hun moeder, vader of andere oudere familieleden. De volgende dag, 8 juni 1943, werden allen naar Sobibor gedeporteerd, waar zij zijn vermoord. Op 5 september 1999 werd bij het Nationaal Monument een gedenkteken voor deze 1269 kinderen onthuld, waarop de namen en de leeftijden van de vermoorde kinderen zijn vermeld. In het museum in Vught is een foto te zien van een deel van het Nationaal Monument. Hierop zijn toevallig de namen van Isaac Menist en Jetty Menist uit Dinxperlo te zien, met wie ik bevriend was. De namen van alle kinderen van die transporten zijn in de archieven van Vught bewaard gebleven.

Voor de Joodse gevangenen van Vught was het kamp slechts een tijdelijke verblijfplaats. Vanaf februari 1943 werd het Joodse deel “Judendurchgangslager” (Joods doorgangskamp) genoemd. Sommige gezinnen met kinderen waren al naar Westerbork overgebracht en vandaar naar de dodenkampen in april en mei 1943. Ons gezin, met uitzondering van mijn nichtje Ruth die in de Philipsfabrieken werkte, werd op 23 mei 1943 op transport naar Westerbork gezet. De meesten van dat transport zijn de volgende dag naar Sobibor gestuurd en vermoord. Mijn neef Alfred en ik ontkwamen door toeval aan dat transport. Ongelukkigerwijs werden mijn neef, mijn oom Max en tante Paula ongeveer zes weken later naar Sobibor gestuurd en daar na hun aankomst vermoord.

Het laatste transport van Joden uit Vught vond plaats op 2 juni 1944. De 496 Joden die in de Philipsfabrieken werkten, onder wie mijn nicht Ruth, werden rechtstreeks naar Auschwitz gedeporteerd. Van hen overleefden er 382. Buiten deze Philips-arbeiders keerden slechts weinige Joden uit de diverse dodenkampen en concentratiekampen terug.

De bovengenoemde feiten zijn alle in het museum Vught gedocumenteerd. De datum van ons transport is gedocumenteerd in het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie in Amsterdam. Het museum is uitstekend, behalve dat alles slechts in het Nederlands is gesteld. Dit is naar mijn mening fout. Er zou tenminste een Engelse vertaling moeten zijn. In de gids voor het Nationaal Monument, die ook alleen in het Nederlands is, staan verschillende verhalen over Joodse kinderen en volwassenen. De meesten zijn in een van de dodenkampen of concentratiekampen vermoord. Volgens het museum zijn ze in die kampen “gestorven” ! Het woord vermoord”  wordt nooit gebruikt. Dit bezoek aan Vught bracht me terug naar de vreselijke herinneringen aan de verschrikkingen die daar hebben plaatsgehad.

Voor de Philips-arbeiders, van wie enkele overlevenden voor de documentaire werden geïnterviewd, was Vught pas het begin. Ze kregen soms een extra portie voedsel van de andere Philips-arbeiders. En ze werden heel redelijk behandeld in de fabriek. De echte verschrikking voor hen kwam na aankomst in Auschwitz en de andere kampen waar ze later heen werden gestuurd. 

Mischien paste mijn verhaal niet goed in de documentaire bij de interviews met de volwassenen. Ik blijf het belangrijk vinden als een van de - weinige - Joodse kinderen die Vught hebben overleefd getuigenis af te leggen van mijn ervaringen in het kamp.

Bijna alle kinderen die in Vught waren, zijn in de dodenkampen vermoord. Hun namen zouden deel van het kindergedenkteken moeten zijn. Eventueel als een apart onderdeel. Hun gegevens bevinden zich in het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.

Fred Spiegel (USA)

Kamp Vught
Kamp Westerbork

Kriegserfahrungen:
Der Abend des Jom Kippur 1942
Allierte Luftangriffe
Ein Tag im Jahr 1942
Ein Tag in Vught 
Nachschrift

           
© Arbeitskreis
Synagogenlandschaften
02-04-2006 box1@mizrach.org